AUTORIDE

Tractiecontrole: wat moet u erover weten?

TCS - Traction Control System
Udgivet på Oversat ved hjælp af kunstig intelligens fra vores originale artikel (kilde: autoride.io)

Tractiecontrole, afgekort TCS, is een elektronisch systeem dat een betere overdracht van het motorvermogen op de weg mogelijk maakt.

Dit systeem zorgt voor volledig motorvermogen (volgas) zonder wielslip.

Indholdsfortegnelse

Tractiecontrolefunctie

Tractiecontrole heeft een vergelijkbare functie als het ABS. Beide systemen moeten ervoor zorgen dat de wielen niet slippen, waardoor de tractie behouden blijft. De tractiecontrole werkt echter niet bij het remmen zoals het ABS. Integendeel, het werkt tijdens het rijden en accelereren.

Om wielslip te voorkomen, maakt het tractiecontrolesysteem gebruik van delen van ABS. Door afzonderlijke wielen af ​​te remmen, voorkomt het ABS dat er kracht wordt overgebracht op een wiel dat geen grip heeft (slippen), alsof het de functie van een elektronisch zelfblokkerend differentieel imiteert.

Daarnaast helpt tractiecontrole ook door het motorvermogen te verminderen, meer bepaald door de brandstoftoevoer te verminderen. Zo kan de tractiecontrole de auto in beweging houden, zelfs op een glad ijsoppervlak, en ervoor zorgen dat de wielen niet slippen.

Wanneer is Traction Control nutteloos?

In de meeste gevallen is tractiecontrole een handige functie, maar er zijn bepaalde gevallen waarin het contraproductief is. Als de bestuurder de auto probeert te starten op sneeuw, diepe modder of een ijzige ondergrond, reageert het TCS-systeem door het gas los te laten en de slippende wielen af ​​te remmen, wat er echter toe kan leiden dat de auto niet meer uit zijn positie kan komen. plaats.

WAARSCHUWING! Vergeet niet de tractiecontrole weer in te schakelen nadat u accelereert. Schakel op gladde, besneeuwde of ijzige oppervlakken de tractiecontrole zeker niet uit nadat uw auto in beweging is gekomen!

Voor dergelijke gevallen zijn echter ook nieuwere tractiecontrolesystemen uitgerust. Deze systemen helpen elkaar met behulp van acceleratie- en kantelsensoren en weten daardoor de situatie goed in te schatten wanneer het nodig is om de wielen wat meer te laten slippen.

Remmen slijten sneller

Schijfremmen

Auto's die zijn uitgerust met een tractiecontrolesysteem hebben vaker last van remslijtage, vooral wanneer ze vaak op gladde oppervlakken rijden. Het is vanwege de regulering van het vermogen dat wordt overgebracht op individuele wielen met behulp van hun remmen.

Dit is echter een te verwaarlozen prijs voor een systeem dat de veiligheid van het voertuig verhoogt en tijdens de introductie veel ongevallen heeft helpen voorkomen.

Tractiecontrole: wanneer uitzetten?

Zoals gezegd kan de tractiecontrole averechts werken bij accelereren op diepe sneeuw, modder of gladde oppervlakken. Bovendien is tractiecontrole relatief nutteloos op droge wegen, hoewel het uitschakelen van tractiecontrole op eigen risico is.

Verder is het minder handig in situaties als driften, rijden op een circuit etc. en kan de bestuurder besluiten de tractiecontrole uit te schakelen. Helaas zul je op sommige nieuwere modellen de optie om de tractiecontrole uit te schakelen niet vinden.

Wanneer is TCS actief en wanneer is het inactief?

Voertuigen met tractiecontrole hebben een waarschuwingslampje op het dashboard, soms gedeeld met het ESP-waarschuwingslampje, dat de status van het systeem aangeeft. Nadat de sleutel in de eerste stand is gedraaid, gaat het tractiecontrolelampje even branden en gaat dan uit, wat aangeeft dat de functionaliteit van dit systeem wordt getest.

Een constant brandend ESP-waarschuwingslampje (tractiecontrole) geeft een defecte tractiecontrole aan. Een brandend EPC-waarschuwingslampje kan ook een storing in de tractiecontrole aangeven.

Omdat tractiecontrole is geclassificeerd als een actieve veiligheidsfunctie, zijn de meeste nieuwe moderne auto's ermee uitgerust.

Afkortingen voor tractiecontrole

Het tractiecontrolesysteem is tegenwoordig in de meeste moderne auto's te vinden. Hoewel alle tractiecontrolesystemen volgens hetzelfde principe werken, worden ze echter niet met dezelfde afkorting aangeduid.

Verschillende merken verwijzen anders naar tractiecontrole. Daarom kunt u labels tegenkomen zoals:

  • ACS (automatische stabiliteitscontrole)
  • ASR (antislipregeling)
  • DTC (dynamische tractiecontrole)
  • ETC (elektronische tractiecontrole)
  • ETS (elektronisch tractiesysteem)
  • TCS (tractiecontrolesysteem)
  • TC (tractiecontrole)
  • TRC (tractiecontrole)

Bekijk een korte videodemonstratie van hoe het tractiecontrolesysteem werkt: